‘Braaf zijn, ik ben zó weer terug’, zeg ik, en ik houd goed zichtbaar een botje voor haar neus.
Zoals ik al had verwacht is haar aandacht direct volledig op de lekkernij in mijn hand gefixeerd.
Ik gooi het botje de kamer in en sluit snel de deur. Gelukt!
Buiten pak ik mijn fiets en ga goedgemutst op weg. Ik wil even tussen mijn werkzaamheden door gaan kijken naar de vorderingen in mijn nieuwe werkplek.
We hebben net een nieuw kantoor gehuurd en daar wordt een nieuwe vloer in gelegd. Het gaat zo mooi worden!
Binnenkort niet meer werken vanuit mijn overvolle huiskamer, maar vanuit een mooi , licht, en vooral ruim, kantoor.
Mijn nieuwe werkplek ligt in een prachtig park op 5 minuten fietsafstand van mijn huis. Ideaal toch!
Het kantoor bevindt zich in een groot pand waar verschillende startende ondernemers met hun bedrijf zitten.
Leuke jonge ondernemers over het algemeen; de meeste huren, net als ik, sinds kort een ruimte.
Mooi pand ook, trouwens.
Het maakt deel uit van in totaal drie prachtige lichte gebouwen die in een halve cirkel in het groen liggen.
Verdorie, nou begint het net te regenen. Ik trek mijn capuchon over mijn hoofd en trap flink door.
Zo kom ik minder dan 5 minuten bij de fietsenstalling aan. Daar zet ik licht hijgend mijn fiets binnen.
Wel zo fijn: ze hebben zelfs een overdekte fietsenstalling hier!
Snel loop ik naar de ingang.
Hee, wat leuk, ze hebben een kerstboom opgezet in het portaaltje!
Wat vriendelijk!
Maar dan zie ik dat ze in de tussentijd ook stickers op de glazen deur hebben geplakt. Je wordt gesommeerd je handen te desinfecteren en een mondkapje te dragen.
Kijk, da’s nou weer een stuk minder uitnodigend.
Ik duw de zware glazen deur open, sla direct linksaf en loop de gang in.
Uit mijn ooghoek zie ik een beweging: een mevrouw in een glazen aquarium kijkt verstoord op.
Hee, die was me de vorige keer niet eens opgevallen.
Maar ja, ik hoef ook niet álles te zien, denk ik en haal in gedachten mijn schouders op.
De dame echter, denkt daar blijkbaar anders over.
“Mevrouw. Mevróuw! Waar gaat u naar toe?! “
“Naar mijn kantoor!”, roep ik over mijn schouder en frunnik aan mijn toch wel nat geworden jas.
Ze heeft er wel helemaal niks mee te maken, maar als ze daar blij van wordt, wat geeft het.
Dat gun ik haar wel, zo ben ik nou ook wel weer.
Hè, de rits zit weer vast.
Achter me gaat ik het deurtje van het glazen hokje met een knal open en ik hoor een driftig getik van hakjes mijn kant uitkomen.
“Mevrouw! MEVROUW!!! ”
Haar stem begint schril te klinken.
“U kunt niet zomaar dóórlopen!”
Ze klinkt helemaal niet blij.
Ik vergroot mijn passen en ben tevreden dat ik mijn stevige platte laarzen aan heb.
Há , míj gaat ze echt niet inhalen, dat rare mens. Waar bemoeit ze zich mee?
“Mevrouw, dat kan écht niet, hoor!!”
Maar ik ben ondertussen bij mijn werkplek aangekomen.
Met de deurknop in mijn hand draai ik me naar haar om.
Ze heeft rode vlekken in haar hals en komt snuivend dichterbij.
Ik werp haar mijn meest vernietigende blik toe en antwoord uit de hoogte: “Zéker wel. Ik betaal ook huur hier, hoor!”
En met die woorden draai ik haar resoluut de rug toe en gooi ik de deur van mijn prachtige nieuwe werkruimte open.
Waarop ik vervolgens in de gezichten van twee vreemde heren kijk die wat verstoord opkijken vanachter hun computerschermen.
Shit.
Ik trek beheerst de deur weer dicht en draai me opnieuw om naar de boze dame die nu in mijn gezicht staat te hijgen. Zonder kapje.
‘Verkeerde gebouw’, zeg ik opgewekt.

Bijdrage van Sásta Lama