We zitten in de auto. Aan weerszijden van de A2 strekken de weilanden en velden zich uit. Het stormt.
‘Kijk’, wijst mijn moeder, ‘moet je zien hoe hard het waait. Je ziet gewoon de stofwolken over de grond gaan’.
Er zijn inderdaad telkens flinke wolken zand die vanaf de kant dwars over de A2 warrelen. Ze hullen alles om ons heen in een laag geel stof.
‘Ja, er zal dadelijk niets meer te zien zijn van de wasbeurt van je auto van vanochtend’, beaam ik.
‘Zou dat nou allemaal akkergrond zijn die wegwaait?’
‘Nee’, antwoord ik, ‘dat is het Sahara zand‘.
‘Pardon?’
‘Nou, bij specifieke windstromingen warrelt er zand en stof uit de Sahara omhoog, en dat kan dan helemaal tot bij ons komen. Dat is dus zand uit Afrika dat je daar ziet stuiven’.
Ik kijk verwachtingsvol opzij om haar reactie te zien op dit indrukwekkende natuurfenomeen.
Mijn moeder is even stil.
‘Schandálig!’, klinkt het dan vanuit haar tenen.
Bijdrage van Sásta lama
