Er vliegt een weer een vogel tegen ons vensterraam.
Wanneer ik naar buiten kijk, zit een kleine groenling stil op een tak van de appelboom. Zijn soortgenoten vliegen af en aan naar de voederplekjes, maar hij blijft stil zitten. Ik pluk hem even later voorzichtig uit de boom, als was hij de laatste appel van het seizoen. Er ligt sneeuw en ik wil zeker zijn dat ie niet een ijskoude bevriezingsdood tegemoet gaat. Hij laat zich uitgebreid nakijken en fotograferen en vliegt even later met een krachtige vleugelslag weg.
Ik bedenk dat ik iets aan mijn veel te schone ramen moet doen en even later hangen er talrijke knalrode Post-it papiertjes tegen mijn ramen. Het is geen porum. De vogels lachen zich kapot.
Ik geef mijn uitzicht op mijn mooie besneeuwde tuin met driftig scharrelende eekhoorns en een keur van af en aan vliegende vogels op omdat er een piepklein vogeltje tegen mijn ramen vliegt. Mijn gasten moet ik telkens opnieuw uitleggen waarom er rode papiertjes plakken tegen mijn vensters.
Ik moet ze ervan overtuigen dat ik dat doe voor de veiligheid van de tuinvogels. Dat ze er hangen voor het eventuele geval dat er weer een vogel besluit dat de weg door mijn huiskamer aantrekkelijker is dan dezelfde weg terugvliegen door de tuin. Waarop ik wat meewarig wordt aangekeken. Mafkees.
Na een paar dagen blijkt dat mijn voedertafel niet meer wordt bezocht. Ook de mezenbollen in mijn appelboom beginnen langzaamaan te beschimmelen. Zelfs de duiven op het grasveld blijven weg. Het is stil, doodstil buiten, telkens wanneer ik een blik naar buiten werp door mijn rood beplakte ramen. Ze schrikken af, die rode papieren duiveltjes.
Ik begin ondertussen meneer Rutte beter te begrijpen. Want ook ik sta voor een duivels dilemma: Haal ik de plakkers weg, dan loop ik het risico dat er weer een vogel tegen mijn raam botst.
En ik wil niet op mijn geweten hebben dat zo’n beestje wellicht vogelhersenschudding oploopt. De gevolgen daarvan zijn weliswaar nog niet helemaal in kaart gebracht, maar het klinkt angstaanjagend. Wellicht is er een cijfermodel op los te laten, zodat ik de plakkers kan verantwoorden.
Maar als ik ze laat hangen, dan blijft mijn tuin leeg. Mijn eekhoorns zoeken hun heil in de tuin van mijn buurman: die heeft weliswaar alleen goudvissen maar bij het voeren knoeit hij nogal.
De mezen zullen niet meer nestelen in de kastjes en ‘ons’ roodborstje raakt ontheemd. Straks in het voorjaar zit er geen duivennest meer in de berkenboom en gaan de overbodige mezenbollen ontkiemen….
Wanneer ik voor de tweede keer wakker wordt zonder het gekwetter van de vogels, staat mijn besluit vast: liever tientallen vogels in mijn tuin dan één in mijn hand.
Ik haal de angstaanjagende plakkers weg en vestig mijn vertrouwen in de eigen wijsheid van de groenling.
Nu Rutte nog.
Bijdrage van Sásta lama
