Rotarua. We hebben onze bus geparkeerd en lopen het kleine stadje in. Nog voordat we aan het einde van de straat zijn, wordt er getoeterd door een kleine pick-up achter ons. Hoewel ik de afgelopen weken zelden toeterende automobilisten heb meegemaakt schenk ik er geen aandacht aan. We slaan de hoek om. Even later rijdt de pick-up ter hoogte van ons, stapvoets, en toetert weer.
Ik kijk even op, geïrriteerd. Ja, mijn dochter is een opvallend mooie verschijning met haar prachtige lange golvende haar, korte broek en blote voeten, dat weet ik. Maar ik ben, als moeder, niet gecharmeerd van een volwassen kerel die zo nodig moet toeteren naar haar. En dat is behoorlijk eufemistisch uitgedrukt.
‘Kom, we slaan deze straat in,’ zeg ik en ik trek Leonie een dwarsstraat in. Tevergeefs. De auto volgt ons weer, toetert, haalt ons in en stopt.
Ik stop nu ook en duw Leonie half achter me. Nou zullen we het krijgen! Gelukkig zijn er meer mensen op straat hier.
Een gedrongen man stapt uit en loopt naar ons toe. Zodra hij binnen gehoorsafstand is, zegt hij:
‘Hee lady, you forgot to lock your van. I parked next to you and I noticed. It’s probably safe, but you never know, eh.’
Ik schaam me op slag meters diep de grond in en bedankt hem stotterend voor de moeite.
‘Ah no problem, I wouldn’t like to see your time in New Zealand go amiss, you know. I like it when people are happy, you know. Have a good one, now, and take care of yourselves!’
Bijdrage van Sásta lama
Op rondreis door Nieuw Zeeland hebben we veel vriendschappen opgedaan met haar bewoners, die we liefkozend Kiwi’s zijn gaan noemen. Friendly Kiwi’s, dan wel te verstaan, wat dat waren ze, stuk voor stuk.
Maar ik denk dat vriendelijke mensen niet alleen in Nieuw Zeeland te vinden zijn, maar overal. Omdat mensen van nature gewoon aardig zijn.
Iedereen kent dagelijkse grote en kleine voorvallen waarin iemand je helpt, je ongevraagd iets geeft, even naar je glimlacht, of je gewoon probeert op te beuren. Onze buitenkant mag dan verschillend zijn, van binnen – soms diep, diep, díep van binnen – zijn we allemaal in wezen hetzelfde. Gewoon aardig. Echt. Ben ik van overtuigd. Daar hoef ik niet voor naar het andere eind van wereld te reizen.
But say the word, and I’m off again!
