“I’ll do anything for a ride”, lees ik op het stuk karton dat een jonge gast hoopvol omhoog houdt.
We zijn onderweg naar Christchurch, een van de weinige grotere steden in Nieuw Zeeland. Ik schiet in de lach en trap op de rem. ‘We nemen een lifter mee,’ roep ik over mijn schouder naar mijn dochter.
Ik open mijn raam en gebaar naar de jongen dat hij in kan stappen. Hij lijkt te twijfelen.
Leonie stapt naar buiten, roept hem en zichtbaar opgelucht schoudert hij zijn rugzak en loopt in de richting van onze camper.
Even later zit een aardige ietwat verlegen jongen van ongeveer dezelfde leeftijd als Leonie in onze bus. Onder het rijden vang ik flarden van hun geanimeerd gesprek op en ik glimlach, blij dat ik die jongen een lift heb gegeven.
Hij blijkt ook blij te zijn met zijn lift, en vooral opgelucht. Hoe opgelucht hij is blijkt wanneer hij ons even later een parkeerplaats voor de nacht aanbiedt op de oprit van zijn huis. Hij woont met zijn moeder en zijn jongere zusje in een buitenwijk van Christchurch.
We kunnen mee eten, zegt hij. En douchen.
Op Leonies vraag of we stinken, reageert hij ontzet. Nee, nee natuurlijk niet, maar hij dacht….
Ze stelt hem lachend gerust en hij ontspant weer.
Hij vertelt over zijn veel jongere zusje dat zo naar haar grote broer opkijkt. En ook vertelt hij, zichtbaar trots, over zijn moeder, die in haar eentje hun kleine gezin draaiende houdt.
Daarom was hij zo ver uit de richting, vertelt hij. Hij had gisteren mee kunnen helpen bij een klus en zo wat kunnen bijverdienen. En hij had een weddenschap verloren, waardoor hij daags erna liftend naar huis moest met die dubieuze tekst op zijn plakkaat.
We worden warm onthaald door zijn moeder, Shirley. We douchen inderdaad en eten mee met het kleine gezin. Shirley en ik praten die avond nog lang na, in haar knusse keuken. Ze is aangenaam gezelschap, met haar opgeruimde humeur en haar zachte karakter.
Vroeg in de ochtend heeft ze zelfs ontbijt gemaakt voor ons, nog vóórdat ze zelf weer naar haar werk is vertrokken.
Als ik later Sean bedankt voor alle goede zorgen en hem op het hart druk zijn moeder nogmaals te bedanken antwoordt hij:
‘No worry, she was very happy you gave me a ride. And anyway, she likes people.’
Bijdrage van Sásta lama
Op rondreis door Nieuw Zeeland hebben we veel vriendschappen opgedaan met haar bewoners, die we liefkozend Kiwi’s zijn gaan noemen. Friendly Kiwi’s, dan wel te verstaan, wat dat waren ze, stuk voor stuk.
Maar ik denk dat vriendelijke mensen niet alleen in Nieuw Zeeland te vinden zijn, maar overal. Omdat mensen van nature gewoon aardig zijn.
Iedereen kent dagelijkse grote en kleine voorvallen waarin iemand je helpt, je ongevraagd iets geeft, even naar je glimlacht, of je gewoon probeert op te beuren. Onze buitenkant mag dan verschillend zijn, van binnen – soms diep, diep, díep van binnen – zijn we allemaal in wezen hetzelfde. Gewoon aardig. Echt. Ben ik van overtuigd. Daar hoef ik niet voor naar het andere eind van wereld te reizen.
But say the word, and I’m off again!
