Ik begin aan mijn dagelijkse wandeling door het bos. Deze keer een stukje verder uit de buurt, ik heb net 20 minuten gereden zodat ik hier kan gaan wandelen vandaag.
Na een paar minuten begin ik te ontspannen: wat een rust, zalig! De zon schijnt en er zijn geen andere mensen te bekennen. Ik geniet.
Even later hoor ik een nadrukkelijk gebrom. Na wat rondspeuren ontwaar ik een klein vliegtuigje dat rondjes draait, net boven ‘mijn’ opgezocht wandelgebied.
Ik leg me erbij neer dat de rust verstoord wordt in de wetenschap dat dat vliegtuigje straks weer weg zal zijn. Ik hoop dat de piloot net zoveel geniet van deze prachtige herfstdag als ik doe.
Mijn hond is niet in het minst afgeleid door het luide gebrom en rent vrolijk kwispelend voor me uit, het en der de struiken inschietend en druk bezig met wat honden nou eenmaal doen in een bos.
Ze geniet volop. Ik een beetje minder.
Maar, eerlijk is eerlijk, de zon schijnt door de bomen en er zijn nog genoeg bladeren te zien waardoor er nog steeds een prachtig kleurenpalet te bewonderen is. De temperatuur is zelfs aangenaam en er is geen zuchtje wind te bekennen. Alleen een constante brom. Boven mijn hoofd.
Na 10 minuten tevergeefs ‘zen’ te zijn over de aanwezigheid van de lawaaimaker in de lucht heb ik het gehad. Ik stop, kijk naar boven, zie de irritante vlieger en roep, hardop, vanuit mijn tenen:
‘Ga toch wég man!’
Maar precies op dat moment, zie ik een regenboog in de lucht. Nee, geen regenboog, ik zie een stukje regenboog, zomaar, aan de blauwe hemel. Ik slaak een verrukte kreet en grabbel naar mijn telefoon om er een foto van te maken. Ondertussen komt mijn hond komt nog steeds vrolijk kwispelend terug gerend. Ze blijft vervolgens bij me in de buurt, terwijl ze druk doende rondsnuffeld.
Ik maak mijn foto’s en bedenk dat dit zo leuk zou staan op Instagram: ‘een glimlach in de lucht’, schiet het door me heen. Na wat gehannes staat de foto online en innig tevreden ermee pak ik mijn rugzakje op en loop weer verder. Terwijl ik nog steeds loop te glimlachen, realiseer ik me: als ik niet zo geïrriteerd had opgekeken naar dat vliegtuigje, dan had ik die regenboog gemist.
Ik grijns voluit op het moment dat ik de symboliek realiseer en voel dan:
er hangt een verandering in de lucht.
Letterlijk. Een tranformatie. Change is gonna come.
En dat vliegtuigje? Dat irritante brom ding? Verdwenen en al bijna weer vergeten.
Bijdrage van Sásta lama
